De zwemslagen worden gecontroleerd en waar nodig verbeterd.
Het redden van jezelf. Wat te doen, als je kramp krijgt en nog naar de kant moet komen?
Het redden van een ander. Reddingszwemmen (verschillende reddingsgrepen), waar moet je voor uitkijken bij reddingszwemmen, wat kun je wél doen en wat kun je beter niet doen?
Wat moet je doen als je in zee niet meer naar het strand kunt komen? Zeestromen en hoe daar als zwemmer mee om te gaan.
Onderwater zwemmen en door een opening durven zwemmen. Belangrijk bv als de auto waarin je zit, te water raakt.
Gedesoriënteerd raken door een val, en je opnieuw oriënteren. Wat te doen als je overboord slaat?
Met kleren aan zwemmen. Bij het afzwemmen voor A, B en/of C kregen de kinderen er al mee te maken. Maar hoe voelde het ook alweer: niet in paniek raken en stug volhouden!